VEEL VREUGDEN KWIJNEN. Veel vreugden kwijnen en dwarrelen Als de jonkheid gloeit en stormt. Doch redeloos klinkt het klagen Om pijn die een man heeft gevormd. Vraagt men groen in de halmen Zoo 't graan in de aren rijpt? Of treurt, om verwaaiden bloesem Wie gretig een appel grijpt? Plooien van kinderlachjes Duren hun kort geluid. Zorgen in moeders voorhoofd Gladt geen tijd meer uit. 63 Uit de diepten, Amsterdam (S.L Van Looy) 1911, 85 p.